Wat is een competentie

Om je werk te kunnen doen heb je bepaalde vaardigheden en eigenschappen nodig. Dit soort vaardigheden en eigenschappen worden ook wel competenties genoemd. In vacatureteksten vind je de competenties die nodig zijn voor die betreffende functie. Voorbeelden van competenties zijn flexibiliteit, communicatieve vaardigheden of zorgvuldigheid.

Je wilt een baan vinden die bij je past. Over de competenties die genoemd worden in de vacaturetekst heb je vast al nagedacht toen je je brief en cv schreef. Je kunt ook vragen in je sollicitatiegesprek hierover verwachten. Succesvol solliciteren begint met een goede voorbereiding. Om je daarbij een handje te helpen vind je hieronder een groot aantal competenties, met voorbeeldvragen die je kunt verwachten in je sollicitatiegesprek.

Denk na over voorbeelden waarmee je kunt aantonen dat je de competentie bezit. Dat hoeven niet per se voorbeelden te zijn uit je werk, het kan ook zijn dat je iets geleerd hebt doordat je vrijwilligerswerk deed, doordat je bent opgegroeid in een groot gezin, of door je lidmaatschap van een vereniging.

Welke vragen kun je verwachten over…

Aanpassingsvermogen

Aanpassingsvermogen wil zeggen dat je je bij wat je doet aanpast bij veranderingen in je omgeving of als er iets verandert in je taken en verantwoordelijkheden.

Vragen die je zou kunnen verwachten in je sollicitatiegesprek zijn:

  • Heb je wel een reorganisatie meegemaakt? Hoe ging je daarmee om?
  • Hoe reageer je als de planning verandert? Als je bijvoorbeeld iets met spoed tussen je gewone werkzaamheden door moet doen?
  • Heb je wel eens meegemaakt dat er een nieuwe leidinggevende kwam die andere prioriteiten stelde dan de vorige? Hoe ging je daarmee om?

Accuratesse

Accuratesse wordt ook wel zorgvuldigheid genoemd. Het betekent dat je aandacht hebt voor details, dat je geen slordige fouten maakt.

Vragen die je zou kunnen verwachten in je sollicitatiegesprek zijn:

  • Maak je wel eens fouten in je werk? Wanneer maakte je voor het laatst een fout? Hoe ging je daarmee om?
  • Is het je wel eens overkomen dat iets niet op tijd af was omdat je je werk nog wilde controleren? Beschrijf de situatie.
  • Wat voor eisen stel je aan je werk? Wanneer is het voor jou af? Hoe goed moet het zijn?

Assertiviteit

Assertief zijn betekent dat je op een niet kwetsende, tactvolle manier opkomt voor je mening en voor je eigen belangen.

Vragen die je zou kunnen verwachten in je sollicitatiegesprek zijn:

  • Is het wel eens gebeurd dat je het niet eens was met een beslissing van je leidinggevende? Hoe reageerde je toen?
  • Is het je wel eens gebeurd dat een collega je kwetste, beledigde of neerbuigend behandelde? Wat deed je?
  • Vind je jezelf direct? Of juist niet? Waar blijkt dat uit?

Besluitvaardigheid

Als je besluitvaardig bent wil dat zeggen dat je in staat bent beslissingen te nemen en daarnaar te handelen.

Vragen die gaan over besluitvaardigheid zijn:

  • Heb je wel eens beslissing uitgesteld omdat je te weinig informatie had? Vertel over de situatie.
  • Heb je wel eens een beslissing genomen die je achteraf niet goed vond? Wat voor beslissing en wat zou je achteraf anders hebben gedaan?
  • Wat is een ingewikkelde beslissing geweest die je hebt genomen? Hoe heb je dat aangepakt? En hoe vind je dat je dat gedaan hebt? Hoe heeft de situatie uitgepakt?

Creativiteit

Creativiteit wil zeggen dat je in staat bent met originele ideeën te komen bij problemen of voor verbeteringen in je werk of in werkprocessen.

Vragen die hierover gesteld kunnen worden in je sollicitatiegesprek zijn:

  • Heb je wel eens te maken gehad een probleem op de afdeling of in je team die lastig oplosbaar leken? Hoe ging je daarmee om? Wat was jouw aandeel in de oplossing van dat probleem?
  • Hoe is jouw inbreng als het erom gaat nieuwe plannen te maken bijvoorbeeld voor een nieuw jaar?
  • Geef eens een voorbeeld van een goed idee dat je naar voren hebt gebracht. Hoe is het met je idee afgelopen?

Discipline

Als je gedisciplineerd bent wil dat zeggen dat je je houdt aan regels en aan procedures die gelden in het bedrijf en op je afdeling. Het betekent ook dat je jezelf regels oplegt en je daaraan houdt.

Vragen die hierop betrekking hebben zijn bijvoorbeeld:

  • Hoe ga je ermee om als geldende regels en afspraken lastig zijn na te komen? Geef eens een voorbeeld van een situatie waarbij je daarmee te maken had.
  • Noem eens een situatie waar je je doel bereikte door een grote discipline. Wat deed je toen?
  • Vind je dat je gedisciplineerd bent? Waar blijkt dat uit?

Doorzettingsvermogen

Als je doorzettingsvermogen hebt betekent dat dat je in staat bent je gedurende langere tijd intensief met een taak bezig kunt houden. Je houdt vast aan een opvatting of plan totdat je je doel hebt bereikt.

Vragen die je hierover zou kunnen krijgen, zijn:

  • Heb je wel eens een situatie meegemaakt waarin het flink tegenzat en het moeilijk was je doel te bereiken? Wat deed je toen?
  • Heb je wel eens een situatie meegemaakt waarin je het moest opgeven? Waarom? Hoe kijk je daarop terug?
  • Kun je uitleggen waarom je je opleiding niet hebt afgemaakt?

Durf

Als je durf hebt wilt dat zeggen dat je risico’s neemt om iets te bereiken, ook als dit nadelig kan zijn voor je eigen positie.

Vragen die je in je sollicitatiegesprek hierover kunt verwachten, zijn:

  • Vertel eens over een situatie waar je risico’s nam om je doel te bereiken. Wat waren de risico’s? Hoe pakte het uit?
  • Heb je wel eens een beslissing genomen waarvoor je eigenlijk te weinig informatie had? Waarom deed je dat? Wat waren de risico’s? Wat was het resultaat?
  • Heb je wel eens iets gedaan waarvoor je eigenlijk niet bevoegd was? Wat waren je afwegingen? Hoe pakte het uit?

Flexibiliteit

Flexibel zijn wil zeggen dat je in staat bent om bij problemen of kansen je gedrag aan te passen om je doel te bereiken.

Vragen die hierover gesteld kunnen worden zijn:

  • Heb je wel eens iets gedaan dat eigenlijk niet bij je functie hoorde? Hoe vond je dat? Waarom deed je dat?
  • Beschrijf een situatie waarin je je plan moest aanpassen. Wat waren je overwegingen? Hoe pakte het uit?
  • Hoe ga je om met veranderingen? Pas je je gemakkelijk aan? Waar blijkt dat uit?

Initiatief

Inititatief tonen betekent kansen zien en daarnaar handelen. Je pakt dingen aan in plaats van passief af te wachten.

Vragen die hierover gesteld kunnen worden zijn:

  • Kun je een voorbeeld noemen van een situatie waarin je actie hebt ondernomen terwijl dat eigenlijk de taak was van iemand anders? Wat was de aanleiding?
  • Wat stoort je in je functie? Wat heb je gedaan om daar iets aan te doen?
  • Vind je dat je voldoende initiatief toont? Waar blijkt dat uit?

Integriteit

Integer zijn wil zeggen dat je je in wat je zegt en wat je doet houdt aan sociale en ethische normen. Je bent hierop aanspreekbaar en spreekt als dat nodig is ook anderen aan.

Vragen die hierover gesteld zouden kunnen worden zijn:

  • Heb je op je werk wel eens iets moeten doen dat niet strookte met je principes? Wat was dat? Wat waren je overwegingen en waar ligt voor jou de grens?
  • Is het wel eens gebeurd dat iemand in je omgeving volgens jou niet integer handelde? Wat deed je toen?
  • Hoe ga je ermee om als er beslissingen worden genomen waarmee jij je niet kunt verenigen?

Lerend vermogen

Lerend vermogen hebben wil zeggen dat je leert van nieuwe situaties en van dingen die fout gaan.

Vragen die hierbij horen zijn:

  • Heb je wel eens een situatie bij de hand gehad waar je op dat moment niet uitkwam? Hoe zou je dat nu aanpakken? Wat heb je ervan geleerd?
  • Geef een voorbeeld van een situatie die nieuw voor je was en waarvan je hebt geleerd. Wat heb je geleerd?
  • Heb je wel eens iets fout aangepakt? Beschrijf de situatie. Hoe zou je het nu aanpakken?

Luisteren

Dat je kunt luisteren blijkt eruit dat je in staat bent de belangrijkste informatie te pikken mondelinge mededelingen. Je vraagt door als dat nodig is en gaat in op reacties van de ander.

Hierover kun je vragen verwachten als:

  • Kun je in je eigen woorden vertellen wat we je net hebben verteld over het bedrijf en over de functie?
  • Heb je wel eens meegemaakt dat je door goed door te vragen meer informatie kreeg? Beschrijf de situatie?
  • Hoe laat je merken dat je goed luistert?

Mondelinge communicatie

Goed mondeling kunnen communiceren betekent dat je je ideeën en je mening begrijpelijk aan anderen kunt vertellen. Het betekent ook dat je je bij het vertellen van je verhaal aanpast aan je doelgroep.

Hierover zou je vragen kunnen krijgen als:

  • Heb je wel eens een presentatie gegeven? Waarover en voor wie? Hoe waren de reacties?
  • Heb je wel eens feedback gekregen over je mondelinge presentatie? Wat voor feedback?
  • Kun je vertellen hoe je je verhaal bewust aanpast aan degene die tegenover je zit?

Motiveren

Als je kunt motiveren betekent dat dat je anderen stimuleert tot actie en betrokkenheid om een bepaald resultaat te bereiken.

Voorbeeldvragen over motiveren zijn:

  • Kun je een situatie beschrijven waarin je medewerkers met weerstand tegen je plannen voor je plan wist te winnen?
  • Beschrijf hoe jij een motivatieprobleem bij een medewerker aanpakt.
  • Hoe blijf je zelf gemotiveerd?

Netwerken

Goed kunnen netwerken betekent dat je contacten kunt leggen en onderhouden. En dat je deze contacten inzet bijvoorbeeld om informatie of medewerking te krijgen.

Voorbeeldvragen over netwerken zijn:

  • Kom je wel eens op een bijeenkomst waar je niemand kent? Hoe pak je dat aan?
  • Heb je wel eens gebruik gemaakt van je netwerk als je iets gedaan wilde krijgen? Hoe deed je dat?
  • Heb je wel eens iemand uit je netwerk geholpen? Waarmee?

Onafhankelijkheid

Onafhankelijk zijn betekent dat wat je doet gebaseerd is op je eigen overtuigingen en dat je het niet doet om een ander te plezieren. Het betekent dat je een eigen koers vaart.

Vragen die je over deze competentie kunt verwachten, zijn:

  • Heb je wel eens meegemaakt dat je anders hebt gehandeld dan van je verwacht? Beschrijf de situatie? Waarom deed je dat?
  • Heb je wel eens iets gedaan dat je eigenlijk eerst met je leidinggevende had moeten overleggen? Waarom?
  • Vind je jezelf onafhankelijk? Waarom (niet)?

Onderhandelen

Goed kunnen onderhandelen wil zeggen dat je in onderhandelingssituaties door goed te communiceren kunt komen tot een resultaat waar beide partijen zich in kunnen vinden en dat zij accepteren.

Over onderhandelen kun je vragen verwachten als:

  • Heb je wel eens een onderhandelingssituatie meegemaakt die je lastig vond? Wat waren je belangen en wat waren belangen van de andere partij? Hoe ben je eruit gekomen?
  • Kun je een onderhandelingssituatie beschrijven waarin je creatief moest zijn om tot een oplossing te komen?
  • Vertel over een recente onderhandelingssituatie die je hebt meegemaakt. Welke rol had je daarin?

Organisatiesensitiviteit

Je beschikt over organisatiesensitiviteit als je beseft wat de invloed is van jouw beslissingen en jouw handelen op de rest van de organisatie.

Vragen die je kunt verwachten op je sollicitatiegesprek zijn:

  • Heb je wel eens gebruik gemaakt van je informele netwerk in de organisatie om dingen gedaan te krijgen? Hoe dan en waarom deed je dat?
  • Hoe zorg je voor draagvlak binnen de organisatie als je iets voor elkaar wilt krijgen?
  • Vind je zelf dat je over organisatiesentiviteit beschikt? Waar blijkt dat uit?

Overtuigingskracht

Overtuigend ben je als je er goed in bent anderen te overtuigen om in te stemmen met je plannen en ideeën.

Om te weten te komen of je beschikt over overtuigingskracht, kun je vragen verwachten als:

  • Beschrijf een situatie waarin je iemand hebt overtuigd die het eerst helemaal niet met je eens was. Hoe deed je dat?
  • Beschrijf een succesvol verkoop- of adviesgesprek. Hoe overtuigde je de ander?
  • Zouden je collega’s of je vrienden zeggen dat je over overtuigingskracht beschikt? Waaorm?

Plannen

Als je goed kunt plannen wil dat zeggen dat je goed bent in het bepalen van prioriteiten. Je kunt ook aangeven wat er nodig is (tijd, middelen, acties) om doelen te bereiken. Het betekent ook dat je je aan je planning houdt en zaken op tijd af hebt.

Vragen die hierover gesteld zouden kunnen worden tijdens je sollicitatiegesprek zijn:

  • Vind je zelf dat je goed kunt plannen? Waar blijkt dat uit?
  • Is het je wel eens overkomen dat je je werk niet op tijd af kreeg? Hoe kwam dat en hoe ging je daarmee om?
  • Heb je wel eens een planning gemaakt voor meerdere mensen? Hoe pakte je dat aan?

Resultaatgerichtheid

Resultaatgericht zijn betekent dat je je richt op doelen die je moet halen, dat je je werk afmaakt en dat je je niet laat afleiden.

Vragen die je hierover kunt verwachten zijn bijvoorbeeld:

  • Welke doelen had je je gesteld aan het begin van het jaar? Heb je ze gehaald? Waarom (niet)?
  • Is het wel eens voorgekomen dat je afgesproken doelen niet haalde? Hoe kwam dat?
  • Heb je wel eens meegemaakt dat je onvoldoende tijd had om je resultaten te halen? Hoe ging je daarmee om?

Schriftelijke communicatie

Als je goed bent in schriftelijke communicatie betekent dit dat je je boodschap in goed Nederlands kunt opschrijven in een stijl die past bij de doelgroep.

Vragen die een sollicitatiecommissie hierover kan stellen zijn:

  • Wat is je ervaring met het schrijven van nota’s en rapporten?
  • Voor welke doelgroepen heb je geschreven? Wat is het verschil?
  • Vind je zelf dat je goed bent in taal en spelling? Vind je het belangrijk dat een stuk goed geschreven is of vind je dat het vooral om de inhoud gaat?

Stressbestendigheid

Stressbestendig zijn wil zeggen dat je goed blijft presteren als er tijdsdruk is of als het tegenzit. Je blijft ook kalm als je tegenspel krijgt of als je een teleurstelling moet verwerken.

Vragen die je in een sollicitatiegesprek kunt verwachten zijn bijvoorbeeld:

  • Beschrijf een situatie waarin je kalm bent gebleven en je werk goed hebt gedaan ondanks allerlei stressvolle dingen eromheen.
  • Is het je wel eens gebeurd dat je teveel stress had? Wat heb je eraan gedaan?
  • Zijn er situaties waar je tegenop ziet omdat je er teveel stress van krijgt? Welke?

Visie

Visie hebben wil zeggen dat je in staat bent om afstand te nemen van de dagelijkse dingen en een lijn uit kunt zetten voor de langere termijn.

Vragen die je hierover kunt verwachten zijn:

  • Welke ontwikkelingen in jouw vakgebied zijn belangrijk voor de toekomst? Hoe zou het bedrijf hiermee om moeten gaan?
  • Wat is je visie op de toekomst van het terrein (onderwijs, zorg, enz.) waarop deze organisatie opereert?
  • Heb je wel eens een visie voor de lange termijn geformuleerd en beschreven in een plan?

Voortgangsbewaking

De voortgang bewaken wil zeggen dat je tijdens het uitvoeren van een taak je egein werkzaamheden en die van anderen in de gaten houdt en controleert op inhoud en op voortgang. Bij afwijkingen van de planning stuur je waar nodig bij.

Je kunt hierover vragen verwachten als:

  • Hoe bewaak je de voortgang van je medewerkers? Hoe weet je of het werk volgens planning verloopt?
  • Beschrijf een situatie waarin het werk dreigde uit te lopen. Wat deed je toen?
  • Heb je wel eens een situatie meegemaakt waarin een planing absoluut niet gehaald kon worden? Hoe ging je daarmee om?

Zelfkennis

Als je zelfkennis hebt, ben je realistisch over waar je wel en niet goed in bent. Je weet waar je sterke en je zwakke punten liggen en bent daar eerlijk over.

Vragen die hierover gesteld kunnen worden zijn:

  • Wat zijn je sterke en wat zijn je zwakke punten? Hoe weet je dat?
  • Heb je wel eens feedback gevraagd op je functioneren? En wat voor feedback kreeg je?
  • Wat zou je graag beter willen kunnen? Wat heb je daaraan gedaan?

Zelfvertrouwen

Zelfvertrouwen wil zeggen dat je vertrouwen hebt in jezelf en in wat je te vertellen hebt. Je komt zelfverzekerd over, je kunt je mening en standpunten overtuigend brengen.

Je kunt hierover vragen verwachten als:

  • Heb je wel eens een presentatie gehouden in een omgeving waar weerstand tegen je verhaal was? Hoe ging je daarmee om?
  • Vind je zelf dat je voldoende zelfvertrouwen hebt? Waarom (niet?
  • Geef je gemakkelijk je mening in een groep of houd je liever je mond? Kun je een voorbeeld geven?
Voorbeeldvragen over compenties
Getagd op: