Tot aan het eind van de vorige eeuw ging het bij wetenschappelijk onderzoek in de psychologie eigenlijk altijd over de vraag naar de oorzaak van ongeluk en ziekte.
In de jaren 90 kwam daar verandering in. Martin Seligman besloot toen hij in 1998 voorzitter werd van de Amerikaanse Psychologische Associatie, het roer om te gooien en zich te richten op wat mensen gelukkig maakt.
Hij werkte veel samen met Mihaly Csikszentmihalyi, een Amerikaans/Hongaarse psycholoog die vooral bekend is van het begrip “flow”.
Onderzoek naar geluk
De positieve psychologie heeft veel onderzoek gedaan naar geluk. Daarbij gaat het niet zozeer om kortstondige momenten van geluk, maar om een algemeen welbevinden. Een gevoel dat stabieler is.
Het blijkt dat ieder mens, onafhankelijk van zijn situatie (bijvoorbeeld ziekte of weinig geld) een soort basis-geluksniveau heeft dat te maken heeft met de combinatie van een aantal dingen:
- een goed gevoel;
- flow (ergens volledig in opgaan, de tijd vergeten terwijl je bezig bent);
- het hebben van (voldoende) goede relaties;
- betekenis en zin in je leven;
- het ontwikkelen van nieuwe vaardigheden, leren.
Onderzoekers ontdekten ook dat bij nare gebeurtenissen, ziekte en ongeluk, mensen na een korte tijd weer terugkwamen op dat algemene basisniveau.
Werken aan geluk? Dat kan!
Dat eigen basisniveau is niet onveranderlijk. Je kunt wel degelijk gelukkiger worden. Dat kan door te werken aan bovenstaande 5 dingen. Mis je bijvoorbeeld zin en betekenis in je leven, dan kun je op zoek gaan naar iets waarvoor je je écht wilt inzetten.
Werken aan je geluk is eigenlijk een reis naar jezelf en gaat wel een stuk verder dan “positief denken”. Positief in het leven staan helpt zeker, maar dat gaat niet zomaar van de ene dag op de andere. Een bezigheid vinden waar je je helemaal in kunt verliezen, of iets nieuws leren, dat is voor de meeste mensen een opgave die te doen is.