Het is 2009, het is crisis en we zullen het weten ook. De krant en het journaal herinneren ons er dagelijks aan hoe zwaar we het wel niet hebben. De werkloosheid stijgt, onze pensioenen verdampen en je huis raak je aan de straatstenen niet meer kwijt.
En toch…
Ergens op pagina 8 of verder staat een bericht dat Nederlanders nog nooit zoveel gespaard hebben, oorlog en honger spelen zich af ver van ons bed, meer dan 50% van de Nederlanders is in het bezit van het nieuwste model smartphone of tablet en zolang je je huis niet hoeft te verkopen is het verlies in waarde vooral virtueel.
Het is maar hoe je ernaar kijkt
Natuurlijk het is erg voor die mensen die direct geraakt worden. Voor hen die hun baan verloren, voor de zzp-er die in stille armoede leeft, voor het gescheiden stel dat hun gezamenlijke huis niet verkocht krijgt en vast voor nog veel meer mensen.
Positief of negatief?
Zelf kwam ik op de arbeidsmarkt in 1982. Het was toen ook crisis. De kans op een baan was heel laag. “De verloren generatie” werden we genoemd. Met zo’n slechte start zou er niet veel van mij en mijn leeftijdgenoten terechtkomen.
Het is allemaal nogal meegevallen. Zelf vond ik vrijwel meteen leuk werk op niveau, voor sommigen van mijn generatiegenoten duurde dat iets langer. Met de meesten van ons is het goedgekomen. Verloren? Ik herken me er niet in en eigenlijk ken ik niemand die zich daarin herkent.
Kijk je naar beneden? Of kijk je om je heen?
Crisissen zijn tijdelijk. Altijd. De vraag is hoe je ermee omgaat. Laat je het hoofd hangen? Of kijk je om je heen, naar de kansen die er zijn? Positief denken help om er vandaag iets moois van te maken En morgen weer en overmorgen!